HomeRedactionele tips per maandAndere redactionele tipsInhoud plannenInhoud schrijvenAfbeeldingen zoekenInzenden naar HalewijnAbonneringEigen opmaakParochiedrukwerkVormingNieuwsbriefVeelgestelde vragenNuttige linksDownloads |
EindredactieInhoud 1.1. Lezerspubliek inschatten 1.2. Spelfouten verbeteren 1.3. Titels bedenken 1.4. Tekst inkorten 1.5. Foto zoeken • Info fotokwaliteit 1.6. Niet doen 1.7. Goede verstandhouding 1.1. Lezerspubliek inschatten Wie de eindredactie van teksten op zich neemt, doet meer dan alleen maar stijl- en spelfouten verbeteren. De eindredacteur presenteert teksten zo dat ze vlot leesbaar zijn voor het doelpubliek. Stel, je krijgt het volgende verslag binnen. Het artikel begint zo: Als je
binnenkomt in een orthodoxe kerk, valt meteen de mooie iconostase op. De wand
met iconen vooraan in de kerk, schermt de altaarruimte af voor de blikken van
gewone gelovigen. Deze ruimte mag alleen betreden worden door de priester, de
diaken en de altaardienaar. Een opmerkelijk verschil met de katholieke kerk,
maar we waren toch welkom, die zondagochtend. Hier volgt een boeiend artikel, maar de lezer blijft aanvankelijk toch met vragen zitten: de w-vragen. Wie is ‘we’? Waarom een artikel over de orthodoxe kerk? Waar en wanneer speelt dit zich af? Met een oriënterende inleiding voelt de lezer zich meer op zijn gemak. Een degelijke inleiding schrijven, is de taak van de eindredacteur (als de redacteur zelf er nog niet voor gezorgd heeft). Voorbeeld: Met een oecumenisch concert herdacht de orthodoxe kerk in Brussel op 19 oktober het Edict van Milaan in 313. Tegen de achtergrond van de mooie iconostase mocht ons parochiekoor Jubilate de spits afbijten. De verbroedering achteraf bij een hapje en een drankje smaakte naar meer. Hierna kan het artikel volgen zoals het werd ingestuurd naar de eindredacteur. 1.2. Spel- en stijlfouten verbeteren Uiteraard is het ook de bedoeling dat een eindredacteur spelfouten verbetert. Woordenboeken (al dan niet online) behoren dan ook tot zijn basisuitrusting. Zijn van een bepaald woord meerdere schrijfwijzen mogelijk, bewaar in de tekst dan de versie van de auteur. Deze websites zijn een handige hulp: www.taaladvies.net, https://onzetaal.nl/taaladvies/advies/ouderwets-taalgebruik, www.woordenlijst.org 1.3. Titels bedenken Titels moeten de lading dekken, prikkelen, kort en krachtig zijn. Als de auteur zelf nog geen dergelijke titel verzon, dan behoort het toevoegen van een goede titel tot de taken van de eindredacteur. Hetzelfde geldt voor tussentitels (om de twee tot drie paragrafen), eventuele rubriektitel en onderschriften bij foto’s. Meer hierover in Titels maken. 1.4. Tekst inkorten Het allerbelangrijkste werk van de eindredacteur is echter om een tekst op maat te snijden. Op termijn zullen de medewerkers aan de parochiebladzijden op het internet hun teksten rechtstreeks in vaste sjablonen kunnen zetten, waarbij zij zelf een sjabloon kiezen uit een beperkte waaier. Dan zullen zij echt op maat, tot op het karakter, schrijven, net zoals de algemene redactie van Kerk & Leven in Antwerpen doet. Het voordeel daarvan is dat de tekstinzender zelf de uiteindelijke opmaak kan bepalen, weliswaar op basis van vooraf gegeven mogelijkheden. Hierover volgt later vanzelfsprekend (veel) meer uitleg. Intussen zetten we u op weg met pdf’s van aanbevolen sjablonen. In rode getallen staat naast of onder elk tekstvak het aantal tekens dat dit vak mag bevatten. Zo krijgt u al een beeld van wat het inhoudt om op maat te schrijven en kan u zelf inschatten welke mogelijkheden een opmaker heeft met het materiaal dat u doorstuurt. Een gouden regel: korte artikels zijn beter dan lange. Ze worden meer gelezen. Door het schrappen van overbodige informatie, overlappingen of herhalingen, wordt een tekst er alleen maar krachtiger op. 1.5. Foto
zoeken Een artikel op de voorpagina heeft een foto nodig. Als er geen foto voorzien is door de auteur van het artikel of ‘zijn’ fotograaf, kan u op het internet of in onze beeldbank op zoek gaan naar een passende foto. In Foto’s maken of kiezen stellen we enkele criteria voor een goede foto voor. 1.6. Niet doen Wat een eindredacteur zeker niet doet, is aan de inhoudelijke boodschap van een tekst tornen. De eindredacteur heeft niet de vrijheid om een tekst een andere inhoud te geven. Alles wat de auteur wilde vertellen, moet bewaard blijven. Met andere woorden, de eindredacteur sleutelt aan de vorm, niet aan de inhoud. Hij wil die inhoud sterker en directer tot bij de lezer brengen. 1.7. Goede verstandhouding Een eindredacteur sleutelt dus aan teksten van anderen om ze zo goed mogelijk te presenteren aan de lezer. Zijn taak is soms ondankbaar: zelf blijft hij buiten beeld, terwijl alle lof toekomt aan de auteur. En die durft wel eens boos te worden op de eindredacteur als die een en ander veranderde. Toch kan een goed blad niet zonder die finishing touch van de eindredacteur en auteurs zouden hem beter eindeloos dankbaar zijn voor zijn werk. Om misverstanden te voorkomen, en om een eindredacteur zijn werk goed te laten doen, is het nodig om vooraf goede afspraken te maken, bijvoorbeeld tijdens de redactievergadering. Alle medewerkers moeten overtuigd zijn van de meerwaarde van een eindredacteur, die de vrijheid krijgt om teksten te verbeteren. Als de eindredacteur zijn werk goed doet, zal hij almaar meer vertrouwen genieten van de medewerkers en kan hij vrijer en met een gerust gemoed werken. In bepaalde gevallen kan het nuttig zijn extra overleg te plegen met de auteur, bijvoorbeeld wanneer de eindredacteur een passage niet begrijpt en dus niet weet hoe die beter te presenteren. Dan kan een telefoontje verduidelijking brengen. Maar het kan niet de bedoeling zijn om bij elke wijziging te moeten terugkoppelen. Bij de evaluatie kan eventueel een en ander ter sprake worden gebracht om telkens terugkerende fouten in de toekomst te vermijden of om frustraties over bepaalde aanpassingen te bespreken. Vanzelfsprekend gebeurt dat dan met het volste respect voor ieders werk. Open communicatie komt het eindresultaat en de onderlinge samenwerking uiteindelijk zeker ten goede. |